Faciliteiten en wettelijke rechten van de MR

De medezeggenschapsraad (MR) heeft volgens de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) recht op verschillende vormen van ondersteuning door het bevoegd gezag. Deze ondersteuning omvat faciliteiten zoals het gebruik van voorzieningen binnen de school, het recht op scholing, deskundige bijstand, en indien nodig een financiële vergoeding voor bijvoorbeeld inhuur adviseurs. Deze faciliteiten kunnen worden vastgelegd in het medezeggenschapsstatuut, aanvullend op de wet, of in een faciliteitenregeling als bijlage hiervan (artikel 22e WMS). Het bevoegd gezag stelt het medezeggenschapsstatuut op, waarvoor de goedkeuring van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vereist is met een tweederdemeerderheid (artikel 21 WMS). Zonder vermelding of aanvulling in het statuut gelden de wettelijke regelingen (uiteraard). Een statuut mag geen beperkingen aanbrengen.
Landelijke afspraken over MR-facilitering
De rechten en mogelijkheden van de MR ten aanzien van faciliteiten zijn vastgelegd op twee plaatsen: in de WMS en in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). In artikel 28 van de WMS zijn de minimale faciliteiten opgenomen waarop iedere MR kan rekenen. In de cao staan daarnaast afspraken over de taakuren die personeelsleden krijgen voor hun werk in de MR. Het bevoegd gezag moet minimaal voldoen aan deze voorzieningen, maar kan aanvullend extra faciliteiten ter beschikking stellen die niet in de WMS of cao zijn opgenomen.
Algemene faciliteiten en vergoeding van noodzakelijke kosten
De WMS (artikel 28, lid 1) bepaalt dat de MR gebruik mag maken van alle faciliteiten die het bevoegd gezag ter beschikking heeft voor het uitvoeren van zijn eigen taken. Dit omvat bijvoorbeeld het gebruik van vergaderruimtes, communicatiemiddelen voor contact met ouders en het organiseren van bijeenkomsten met de achterban. Het bevoegd gezag kan zelf faciliteiten aanbieden, maar de MR kan ook aangeven wat hij nodig heeft.
Volgens artikel 28, lid 2 WMS, heeft de MR recht op vergoeding van redelijkerwijs noodzakelijke kosten. Dit betreft onder andere uitgaven voor het inhuren van externe deskundigen, het volgen van scholing, en lidmaatschappen bij MR-gerelateerde organisaties en vakbladen (zoals de AOb). Bij het inhuren van externe deskundigen dient de MR vooraf de verwachte kosten aan te geven, terwijl dit bij scholing en lidmaatschap niet nodig is. Het is gebruikelijk dat de MR aan het begin van het schooljaar een begroting opstelt van verwachte kosten, zodat de schoolleiding hiermee rekening kan houden bij het opstellen van de begroting. Deze begroting kan gezien worden als onderdeel van een activiteitenplan.
Lees meer in de handreiking die gemaakt is bij het project: Versterking Medezeggenschap
Facilitering van personeel in de MR
Voor personeelsleden die actief zijn in de MR zijn in de cao de minimale taakuren vastgelegd (artikel 28, lid 3 WMS):
Onderwijsniveau | Functie | MR | GMR | OPR |
---|---|---|---|---|
Primair | Lid | 60 | 60 | 60 |
Voorzitter | 80 | 80 | 60 | |
Secretaris | 60 (80 als ouder voorzitter is) | 60 (80 als ouder voorzitter is) | 60 | |
Voortgezet | Lid | 100 | 100 | |
Voorzitter | 250 | 250 | ||
Secretaris | 150 | 150 |
Een personeelslid dat zowel lid is van de MR als van de GMR heeft recht op extra uren: 100 uur in het primair onderwijs en 160 uur in het voortgezet onderwijs. In de cao is tevens vastgelegd dat MR-leden in het primair onderwijs recht hebben op drie dagen scholing per twee jaar; voor het voortgezet onderwijs geldt vijf dagen scholing per jaar, eventueel binnen lestijd. (Vreemd eigenlijk dat hier nog steeds verschil in is)
Facilitering van ouders en leerlingen in de MR
Ouders en leerlingen die actief zijn in de MR kunnen een vergoeding ontvangen voor hun werk, bijvoorbeeld een vacatievergoeding per vergadering of een maandelijkse/jaarlijkse toelage (artikel 28, lid 4 WMS). Dit is echter niet verplicht en kan door het bevoegd gezag in overleg met de (G)MR worden vastgesteld in het medezeggenschapsstatuut. Er is geen standaard voor of een norm bedrag. Wel is het goed om te realiseren dat ouders en leerlingen dit in eigen tijd doen en medezeggenschap (als je het serieus neemt) ook veel vraagt van de deelnemers. Een vergoeding (vacatie) mag dan ook er toe doen. Daarnaast kunnen noodzakelijk gemaakte onkosten, zoals reiskosten en oppaskosten, worden vergoed (artikel 28, lid 2 WMS).
Naast een financiële vergoeding kan een blijk van waardering, zoals een kerstgeschenk of een borrel, bijdragen aan de betrokkenheid van ouders. Voor leerlingen kan facilitering bestaan uit vrijstellingen van bepaalde opdrachten, zoals het profielwerkstuk, of een financiële beloning. Als het onderdeel van het onderwijsproces kan zijn, heeft dit mijn voorkeur. Echter moet het democratische proces niet in de weg komen. Formeel moeten leerlingen gekozen worden om in de medezeggenschapsraad te mogen. In de praktijk is dat vaak anders, maar het kan nooit een ’taak’ of een ‘opdracht’ zijn die school verdeelt onder de groep leerlingen.
Aanvullende faciliteiten en ambtelijke ondersteuning
De WMS biedt de mogelijkheid om een ambtelijk secretaris aan te stellen voor de (G)MR, vooral voor de GMR kan dit een waardevolle ondersteuning zijn (artikel 28, lid 5 WMS). Een ambtelijk secretaris neemt taken over zoals het opstellen en verspreiden van agenda’s en vergaderstukken en fungeert als aanspreekpunt voor MR-leden en bestuur en schoolleiding. Dit ondersteunt de continuïteit en stelt (G)MR-leden in staat zich meer te focussen op hun kerntaken. Als je de mogelijkheid hebt om een ambtelijk secretaris te introduceren in de medezeggenschap, dan adviseer ik je dat te doen. Medezeggenschap werk erg goed als aan de voorkant en aan de achterkant de logistiek en processen op orde zijn. Dat kost over het algemeen veel tijd en focus, iets dat bij een ambtelijk secretaris vaak in goede handen is. Besluitvormingsprocessen, inrichten van procesarchitectuur, communicatie, kan vaak op een hoger niveau getild worden.
Verder kunnen de MR en het bevoegd gezag aanvullende faciliteiten afspreken om invulling te geven aan de wettelijke kaders. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat de MR een video maakt om de MR-verkiezingen onder de aandacht te brengen of een budget ontvangt voor promotieactiviteiten. Het is raadzaam om dergelijke afspraken schriftelijk vast te leggen, zodat alle betrokkenen weten waar zij aan toe zijn.
Vragen om een activiteitplan op te stellen
Het is geen hogere wiskunde om een activiteiten- en faciliteitenplan op te stellen. Vaak denk je niet aan ‘alles’, vandaar dat we met het project versterking medezeggenschap eea op papier hebben gezet: