Minimale omvang van de medezeggenschapsraad (MR)
Volgens de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) moet iedere school beschikken over een medezeggenschapsraad (MR) op schoolniveau en, indien er sprake is van meerdere scholen onder één bestuur, een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) op bestuursniveau. De wet stelt duidelijke minimumeisen aan de samenstelling van deze raden: zowel de MR als de GMR moet uit ten minste vier leden bestaan.
Verdeling per onderwijssector
- Primair onderwijs (PO): Een MR bestaat minimaal uit twee personeelsleden en twee ouders.
- Voortgezet onderwijs (VO): De minimale samenstelling bestaat uit twee personeelsleden, één ouder en één leerling.
- MR die uitsluitend uit personeel bestaat (bijvoorbeeld bij kleine besturen of tijdelijke structuren): Deze moet minimaal uit twee personeelsleden bestaan.
Deze minimumeisen zijn vastgelegd in artikel 3, lid 2 en 3 van de WMS.
Uitzonderingssituaties
In het voortgezet onderwijs kan het voorkomen dat zich geen leerling of ouder kandidaat stelt voor de MR. In dat geval biedt de wet ruimte voor een tijdelijke oplossing: de vacature mag tijdelijk worden ingevuld door een lid uit de andere geleding (ouder of leerling).
Belangrijk is hierbij dat deze constructie niet structureel is. De school blijft verplicht om actief te zoeken naar een vertegenwoordiger uit de geleding die ontbreekt.
Voorbeelden uit het land
- Basisschool De Zonnebloem in Utrecht (PO): De MR bestaat uit vijf leden: drie personeelsleden en twee ouders. Daarmee voldoet de school ruimschoots aan de wettelijke minimumeis. De school betrekt de ouders actief via nieuwsbrieven en ouderavonden om de betrokkenheid te vergroten.
- Scholengemeenschap Het Kompas in Groningen (VO): De MR bestaat uit twee docenten, één ouder en één leerling van de bovenbouw. Toen een leerlingzetel tijdelijk onbezet bleef, nam een ouder tijdelijk de plek in, met instemming van de MR en het schoolbestuur. Intussen werd actief gezocht naar een nieuwe leerlingvertegenwoordiger via de leerlingenraad.
- Stichting Openbaar Onderwijs Zuid-Holland (GMR): De GMR bestaat uit acht leden: vier personeelsleden en vier ouders, verdeeld over meerdere basisscholen in de regio. Ze werken met een roulerend schema zodat elke school uit de stichting op termijn vertegenwoordigd wordt in de GMR.
Afspraken over de precieze omvang van de (G)MR
De precieze grootte van de medezeggenschapsraad (MR) of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) wordt vastgelegd in het medezeggenschapsreglement van de school of het bestuur. Volgens artikel 24, lid 1 sub a van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) moet hierin worden bepaald hoe groot de raad is.
Hoewel de wet een minimum van vier leden voorschrijft, is het toegestaan en vaak ook wenselijk om meer leden op te nemen. In de praktijk verschilt de omvang van een (G)MR sterk, afhankelijk van de context van de school of scholengroep. Een echte benchmark in het land ken ik helaas nog niet. Te groot en onwerkbaar ken ik, te klein en kwetsbaar net zo goed.
In de structuur van de school (centraal, scholen en sublocaties) moet een passende medezeggenschapsstructuur worden neergezet. Tenslotte moet medezeggenschap zeggenschap volgen. Hoe dat precies in te richten is, ligt erg aan de context en werkbare afspraken.
Factoren die de omvang beïnvloeden
- Aantal leerlingen of scholen: Hoe groter de school of het bestuur, hoe meer belanghebbenden er zijn die vertegenwoordigd willen worden. Vaak wordt de omvang van de raad dan ook afgestemd op de grootte van de organisatie.
- Visie op medezeggenschap: Scholen maken soms een bewuste keuze over wat ze met medezeggenschap willen bereiken. Een compact team kan wendbaar zijn, terwijl een grotere raad meer perspectieven vertegenwoordigt.
- Werkwijze van de MR of GMR: Bij een MR die alles plenair bespreekt is een kleinere groep werkbaar. Als de raad met werkgroepen of commissies werkt, kan een grotere samenstelling juist praktisch zijn.
- Mate van betrokkenheid: Scholen met een hoge ouder- of leerlingbetrokkenheid kiezen er soms voor meer leden op te nemen, zodat er voldoende ruimte is voor participatie.