Ga naar de inhoud

De Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad (PMR) van een school heeft specifieke instemmings- en adviesrechten die het mogelijk maken om het personeelsbelang te waarborgen en te verbeteren. Deze rechten zijn vastgelegd in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) en zijn essentieel voor het personeel om invloed uit te oefenen op besluiten die hun werkomstandigheden en het onderwijs beïnvloeden.

Hieronder worden de belangrijkste instemmings- en adviesrechten van de PMR besproken, inclusief voorbeelden van situaties waarin deze rechten van toepassing zijn, en tips over hoe de PMR een waardevolle bijdrage kan leveren.

Foto Enno Keurentjes

1. Instemmingsrecht van de PMR

Het instemmingsrecht houdt in dat het schoolbestuur voor bepaalde beslissingen de instemming van de PMR nodig heeft voordat het besluit uitgevoerd mag worden. Dit zorgt ervoor dat het personeel daadwerkelijk invloed kan uitoefenen op zaken die hen direct raken.

Wettekst WMS

Artikel 12. Instemmingsbevoegdheid personeelsdeel medezeggenschapsraad

1. Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

a. regeling van de gevolgen voor het personeel van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 10 onder i, of artikel 11 onder c, d, e en m;

b. vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie;

c. vaststelling of wijziging van regels met betrekking tot de nascholing van het personeel;

d. vaststelling of wijziging van een mogelijk werkreglement voor het personeel en van de opzet en de inrichting van het werkoverleg, voor zover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden;

e. vaststelling of wijziging van de verlofregeling van het personeel;

f. vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling van het personeel;

g. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toekenning van salarissen, toelagen en gratificaties aan het personeel;

h. vaststelling of wijziging van de taakverdeling respectievelijk de taakbelasting binnen het personeel, de schoolleiding daaronder niet begrepen;

i. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie;

j. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het overdragen van de bekostiging;

k. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid;

l. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk;

m. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van het personeel;

n. vaststelling of wijziging van een regeling inzake voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van het personeel;

o. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bevorderingsbeleid of op het gebied van het aanstellings- en ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging geen verband houdt met de grondslag van de school of de wijziging daarvan;

p. vaststelling of wijziging van regels waarover partijen die een collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten, zijn overeengekomen dat die regels of de wijziging daarvan in het overleg tussen bevoegd gezag en het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad tot stand wordt gebracht;

q. vaststelling of wijziging van de regeling, bedoeld in artikel 28, derde lid.

r. vaststelling of wijziging van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de dagen, bedoeld in artikel 10, onderdeel j.

Voorbeelden van onderwerpen met instemmingsrecht:

  • Taakbeleid: De PMR moet instemmen met besluiten over hoe de taken worden verdeeld onder het personeel, zoals de balans tussen lesgevende en niet-lesgevende taken. Bijvoorbeeld, als er wijzigingen worden voorgesteld in het aantal lessen dat een docent moet geven of de invulling van niet-lesgebonden taken zoals mentoruren. Als je meer wilt lezen over taakbeleid en alle onderwerpen die daarmee samenhangen verwijs ik door naar de site Alphalyceum.nl, waar een fictieve school beschreven wordt. Overigens is het uitgangspunt dat alle beleid aangaande het personeel bij de PMR ligt, meestal instemmend.
  • Werkdruk: De PMR heeft instemmingsrecht over maatregelen die invloed hebben op de werkdruk, zoals de inzet van extra ondersteuning of aanpassingen in de werkroosters. Als er bijvoorbeeld plannen zijn om het aantal leerlingbegeleiders te verminderen, moet de PMR hiermee instemmen voordat het kan worden doorgevoerd. Werkdruk hangt met veel zaken samen: o.a. formatieplan, taakbeleid, functieomschrijvingen en inzet.
  • Formatieplan (inzet van personeel): Het schoolbestuur moet instemming vragen over de formatie (het aantal personeelsleden dat wordt ingezet). Dit kan gaan over hoeveel docenten of ondersteunend personeel en directie er nodig zijn in het komende schooljaar. Dit moet vóór 1 mei gebeuren. Hier kan ook het onderwerp externe inhuur in terugkomen. Beleid tav externe inhuur is onderdeel van het formatieplan: daar horen de uitzendorganisaties en detacheerders bij, maar vergeet ook niet de onderwijsadviseurs.
  • Arbobeleid (Arbeidsomstandigheden): De PMR moet instemmen met besluiten over de arbeidsomstandigheden op school. Dit kan betrekking hebben op maatregelen om fysieke en mentale werkdruk te verminderen, zoals aanpassingen in het schoolgebouw of protocollen voor veiligheid op de werkvloer. De Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is het beleidsstuk dat daarbij hoort.
  • Vakantieregeling: De PMR heeft instemmingsrecht bij wijzigingen in de vakantieregelingen en verlofregelingen van het personeel. Bijvoorbeeld, als er een voorstel komt om de vakanties anders te verdelen of studiedagen in te plannen buiten de reguliere vakanties. Bij het OOP is daar vaak geen of nauwelijks beleid bij, terwijl dit er toe doet. Zo zal er een verschil zijn tussen OOP die werkzaamheden doen bij het primaire proces en de ondersteuners op het gebied van vakantie en verlof mogelijkheden.

Maar hoe kan de PMR nu echt waarde toevoegen met dit instemmingsrecht? Dit proces begint bij drie belangrijke stappen: een goede voorbereiding, overleg met collega’s en heldere communicatie met het schoolbestuur.

Goed voorbereiden

Een goed begin is essentieel voor een effectief besluitvormingsproces. Om optimaal gebruik te maken van het instemmingsrecht, moet de PMR ervoor zorgen dat alle relevante informatie op tijd wordt ontvangen en dat de leden voldoende tijd hebben om de documenten zorgvuldig te bestuderen. Een PMR die de tijd neemt om zich goed voor te bereiden, heeft een veel grotere kans om de juiste beslissingen te nemen.

Stel bijvoorbeeld dat de school een voorstel doet om het taakbeleid te veranderen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat leraren voortaan meer lesuren moeten draaien en minder tijd krijgen voor administratieve taken. Voordat de PMR haar instemming geeft, is het van cruciaal belang dat de leden de details van het voorstel grondig analyseren. In sommige gevallen kan het nuttig zijn om externe experts te raadplegen, bijvoorbeeld een HR-adviseur die kan helpen bij het begrijpen van de impact van de voorgestelde veranderingen op de werkdruk van het personeel. Door deze extra stap te zetten, kan de PMR ervoor zorgen dat ze een weloverwogen beslissing nemen.

Een voorbeeld: op een school werd een nieuw systeem voor taakverdeling voorgesteld waarbij docenten meer mentoruren kregen toegewezen. De PMR had zorgen over de toegenomen werkdruk en vroeg een externe onderwijsdeskundige om te helpen bij het analyseren van de gevolgen voor het personeel. Dit zorgde voor een grondige bespreking binnen de PMR en uiteindelijk leidde dit ertoe dat het voorstel werd aangepast op een manier die voor alle partijen aanvaardbaar was.

Overleg met collega’s

De PMR vertegenwoordigt het hele personeelsbestand, en om ervoor te zorgen dat zij de juiste keuzes maakt, is het belangrijk dat ze de mening en behoeften van collega’s betrekt bij het proces. Dit betekent dat de PMR niet alleen een interne discussie voert, maar ook actief op zoek gaat naar input van het personeel.

Een goed voorbeeld hiervan is een situatie waarin het schoolbestuur een wijziging in het arbobeleid wil doorvoeren, zoals een nieuw plan voor pauzes en rusttijden voor het personeel. Voordat de PMR een beslissing neemt, kan het waardevol zijn om feedback te vragen aan collega’s. Dit kan eenvoudigweg door een korte enquête uit te zetten waarin personeelsleden hun mening kunnen geven over de voorgestelde wijzigingen. Ook kan de PMR een personeelsvergadering beleggen om de zorgen en ideeën van het team te bespreken.

Door dit soort overleg, creëert de PMR een breder draagvlak voor haar uiteindelijke standpunt. Als de PMR bijvoorbeeld besluit om een wijziging in het arbobeleid te ondersteunen, doet ze dat met de zekerheid dat het grootste deel van het personeel achter die beslissing staat. Dit geeft de PMR niet alleen meer legitimiteit, maar zorgt er ook voor dat het schoolbestuur het advies van de PMR serieuzer neemt.

Heldere communicatie

Heldere en open communicatie tussen de PMR en het schoolbestuur is cruciaal om het instemmingsrecht effectief te gebruiken. Wanneer de PMR besluit om ergens mee in te stemmen of juist tegen te zijn, is het belangrijk om deze beslissing goed te onderbouwen en duidelijk uit te leggen waarom een bepaald voorstel wel of niet acceptabel is.

Stel dat de PMR bijvoorbeeld een voorstel afwijst om een nieuwe beoordelingssystematiek voor het personeel in te voeren. Het is dan belangrijk om niet alleen te zeggen dat het voorstel wordt afgewezen, maar ook om het bestuur precies uit te leggen waarom. Misschien voelt het personeel zich bijvoorbeeld te veel gecontroleerd of is er bezorgdheid dat de nieuwe beoordelingssystematiek te weinig ruimte biedt voor professionele ontwikkeling. In dat geval kan de PMR niet alleen uitleggen waarom het voorstel niet goed is, maar ook suggesties doen voor aanpassingen die het voorstel wel acceptabel zouden maken.

Een voorbeeld van heldere communicatie is wanneer een schoolbestuur voorstelt om de vakantieregeling aan te passen, waarbij de zomervakantie wordt ingekort. De PMR kan na overleg met het personeel aangeven dat het personeel hier niet achter staat, vooral vanwege de impact op hun herstel en de balans tussen werk en privé. Tegelijkertijd kan de PMR een alternatieve regeling voorstellen, bijvoorbeeld door andere vrije dagen flexibeler in te zetten. Door op deze manier constructief mee te denken, kan de PMR bijdragen aan een oplossing die zowel voor het personeel als het schoolbestuur acceptabel is.

2. Adviesrecht van de PMR

Bij adviesrecht moet het schoolbestuur advies vragen aan de PMR, maar is het niet verplicht het advies op te volgen. Het bestuur moet echter wel een gedegen motivatie geven als het afwijkt van het advies van de PMR. Dit geeft de PMR een kans om mee te denken over zaken die invloed hebben op het personeel en de schoolorganisatie.

Voorbeelden van onderwerpen met adviesrecht:

  • Financieel beleid: De PMR kan advies geven over de meerjarenbegroting van de school, vooral als het gaat om investeringen die gevolgen hebben voor het personeel, zoals budgetten voor professionalisering of het aannemen van extra personeel. ‘Beleidsrijk toetsen’ is de veel gebruikte term hierbij. Keuzes voor uitgaven en sommige inkomsten moeten verwerkt en beredeneerd worden in staand beleid. Als dat beleid er niet is, is er waarschijnlijk iets niet voorgelegd aan de MR.
  • Nieuwbouw en renovatie: De PMR kan advies geven over bouwplannen van de school, bijvoorbeeld als er een nieuw schoolgebouw wordt gepland of als er renovaties plaatsvinden die van invloed zijn op de werkplekken van docenten en ondersteunend personeel, de inrichting van lokalen, de faciliteiten die beschikbaar gesteld worden.

Als de PMR haar adviesrecht goed inzet, kan ze bijdragen aan betere beslissingen die breed worden gedragen door het personeel. Dit gebeurt vooral door proactieve betrokkenheid, constructieve feedback en het creëren van een breed draagvlak. Laten we eens kijken hoe dit in de praktijk werkt.

Proactief betrokken zijn

Een van de manieren waarop de PMR haar adviesrecht effectief kan benutten, is door vanaf een vroeg stadium betrokken te zijn bij belangrijke ontwikkelingen binnen de school. Door op tijd informatie te verzamelen over beleidsveranderingen, kan de PMR zorgen dat zij op tijd advies kan geven, nog voordat het schoolbestuur al te ver in de besluitvorming zit. Dit voorkomt dat de PMR pas wordt betrokken wanneer de plannen al in beton gegoten zijn, en creëert ruimte om wezenlijk invloed uit te oefenen.

Een voorbeeld hiervan is wanneer een schoolbestuur besluit om het rooster te veranderen. Stel dat er wordt voorgesteld om de schooldag langer te maken en meer lessen achter elkaar te plannen zonder pauze. De PMR kan proactief zijn door vroegtijdig betrokken te raken bij dit proces. Door bijvoorbeeld met collega’s in gesprek te gaan en alvast te vragen naar hun ervaringen met het huidige rooster, kan de PMR een helder beeld vormen van wat het personeel vindt. Zo kan de PMR tijdig advies geven over hoe het nieuwe rooster er beter uit zou kunnen zien, met als doel de werkdruk te verminderen en de leeromgeving voor leerlingen te verbeteren. Door vroeg in te grijpen, zorgt de PMR ervoor dat haar advies serieus wordt genomen en niet slechts een formaliteit is.

Constructieve feedback geven

Effectieve feedback is essentieel om als PMR serieus genomen te worden door het schoolbestuur. Wanneer de PMR advies uitbrengt, is het belangrijk dat dit goed onderbouwd is en constructieve oplossingen bevat. Dit betekent dat de PMR niet alleen zegt waarom ze ergens tegen is, maar ook suggesties geeft voor verbetering. Veel raden doen dit mondeling, maar dat is vaak niet erg duurzaam. In notulen moet je dan teruglezen welke adviezen gegeven zijn en dat is lastig terug te vinden. Advies is om dit met behulp van advies aanvragen (nummer aan document) en reacties daarop te doen en te archiveren. Nog mooier is om dit in een excell-lijst bij te houden.

Stel bijvoorbeeld dat het schoolbestuur een plan voorlegt om het aantal lesuren te verhogen om te voldoen aan wettelijke eisen. De PMR ziet echter in dat dit het personeel zwaarder zal belasten, vooral omdat er al sprake is van een hoge werkdruk. In plaats van alleen te zeggen dat ze tegen het voorstel zijn, kan de PMR constructieve feedback geven door bijvoorbeeld voor te stellen om in plaats van meer lesuren, de onderwijstijd flexibeler in te richten. Dit kan door meer projecturen of zelfstandige werktijd voor leerlingen in te voeren, waarbij docenten meer ruimte krijgen voor voorbereiding en begeleiding. Door mee te denken en oplossingen aan te dragen, laat de PMR zien dat ze niet alleen kritisch is, maar ook bereid is om samen te werken aan een oplossing die voor iedereen werkbaar is.

Breed draagvlak creëren

Een ander belangrijk aspect van het adviesrecht is dat de PMR ervoor zorgt dat haar advies gebaseerd is op de input van een brede groep personeelsleden. Dit maakt het advies niet alleen sterker, maar zorgt er ook voor dat het moeilijker wordt voor het bestuur om het te negeren. Hoe groter het draagvlak binnen het personeel, hoe meer gewicht het advies van de PMR heeft.

Neem bijvoorbeeld een situatie waarin het schoolbestuur voorstelt om te bezuinigen op professionalisering van het personeel, door het aantal nascholingsdagen te beperken. De PMR kan dan de mening van een brede groep personeelsleden peilen om te zien wat zij belangrijk vinden aan nascholing. Door met docenten, ondersteunend personeel en andere betrokkenen te praten, kan de PMR erachter komen welke cursussen en trainingen echt essentieel worden gevonden voor de kwaliteit van het onderwijs. Op basis hiervan kan de PMR een advies formuleren dat breed wordt ondersteund door het personeel, zoals het behoud van een minimaal aantal scholingsdagen voor kernonderwerpen zoals didactiek en digitale vaardigheden. Dit maakt het voor het bestuur moeilijk om het advies zomaar naast zich neer te leggen, omdat het de bredere behoeften van het team vertegenwoordigt.