Sinds corona in het land is, hebben inbrekers niet veel meer te doen. Doordat iedereen altijd thuis is heeft het weinig zin meer om in te breken. Maar wat blijkt, criminelen zijn niet voor een kleintje vervaard. Traditionele criminaliteit verschuift naar cybercrime: identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten.
Ik verbaas me daar wel over. Ik had niet het idee dat de gemiddelde inbreker ook in staat zou zijn om zich bezig te houden met digitale identiteitsfraude. Het lijkt me een andere tak van sport, maar volgens de onderzoekers is het ontwikkelen van nieuwe specialisaties wel wat er gebeurt in het werkveld. De basale drijfveer van criminelen is om snel en makkelijk geld te verdienen en dan maakt het dus niet uit hoe.
Op het dark web worden tegenwoordig telefoonnummers aangeboden met gegevens van familieleden, geboortedatums en zelf de naam van de huisdieren. Daarmee kan de koper een WhatsAppfraude opzetten. Misschien dat ‘omgeschoolde’ inbrekers nu informatie googelen en dat aan de linkmiegels verkopen. Het is een vorm van functieontwikkeling.
Inbrekers zijn van vele markten thuis, en dat geldt ook voor leraren. Je zegt op een feestje vast weleens dat je ‘in het onderwijs werkt’. Dat is nogal van algemene aard. Er zijn veel sectoren en veel verschillende soorten werkzaamheden. Het maakt wat uit of je college geeft op een hbo-instelling of dat je techniek verzorgt op een praktijkschool. Het is allemaal onderwijs, dat wel. En het is goed dat de één het ene doet en de ander het andere.
Maar dan de medezeggenschap. Daar kom ik verschillen in functies en taken niet vaak tegen. In veel medezeggenschapsraden leeft de overtuiging dat we allemaal overal verstand van moeten hebben en dat we alles samen moeten doen. Niet echt efficiënt lijkt me, maar toch is dat de mores.
Het kan anders. Raden met commissies en themagroepen, die de voorbereiding doen voor de rest van de mr, werken vaak veel lekkerder. Het vermindert de werkdruk en zet de specialist en woordvoerder in zijn of haar kracht. Deze andere manier van werken vereist vertrouwen in de voorbereiding door de groepjes. Maar wees gerust, het is niet zo dat je niet meer mee kan praten. Als je het goed aanpakt, is de voeding door de specialisten voldoende om de discussie ook onderling te voeren.
Ik hou ervan: Taakdifferentiatie, werkverdeling, specialisme, diepgang en selectie. Je kan een voorbeeld aan de criminelen nemen, in dit opzicht.
De volgende keer op een verjaardag kun je dan zeggen dat je bijvoorbeeld specialist functiehuis bent in de medezeggenschap. Klinkt een stuk interessanter dan gewoon medezeggenschapper.